Waarom je minstens 1x in je leven moet hiken in de Himalaya

Een van de meest onvergetelijke dingen die ik ooit gedaan heb in mijn leven is een trekking door de Himalaya. Inmiddels kan ik zelfs zeggen dat ik dat al twee keer heb mogen doen: een keer de Poon Hill trekking in 2012 en een keer de Australian Base Camp trekking in 2017. Wandelen in de Himalaya is iets dat ik niet snel zal vergeten en iets dat niet te vergelijken is met andere wandelingen die ik heb gedaan. Inmiddels is het alweer een paar jaar geleden dat ik er voor het laatst ben geweest en begint het toch weer te kriebelen. Daarom neem ik je in dit artikel mee terug in de tijd en vertel ik je meer over waarom je minstens één keer in je leven moet hiken in de Himalaya in Nepal.

Hiken in de Himalaya: voor wie?

Heel eerlijk? Ik dacht altijd dat hiken in de Himalaya alleen maar bedoeld was voor écht geoefende wandelaars en bergbeklimmers. Daarom vond ik het de eerste keer best spannend om de Poon Hill trekking te gaan doen. Al gauw bleek dat deze route (en andere routes) prima te doen zijn als je een goede basisconditie hebt. Wij deden de hike zonder gids of dragers, omdat we al van meerdere mensen gehoord hadden dat je op die route genoeg anderen tegenkomt. We vonden het geen fijn idee om iemand onze spullen te laten dragen (ook al is dat hun werk), dus we hadden onze grote backpack in een guesthouse in Pokhara laten liggen. Wel kregen we onderweg gezelschap van een hele lieve hond die vanaf het beginpunt twee, drie dagen naar het hoogste punt (Poon Hill) is meegelopen. Iedere ochtend verscheen ‘ie weer uit een bosje of een hoekje en liep hij met ons mee. Eten wilde ‘ie niet, dus daar lag het niet aan dat hij met ons meeliep. Hoe bijzonder is dat? We noemden hem Pinda, omdat we net in Pokhara de lekkerste pindakaas hadden gevonden na een paar weken echt Indiaas en Nepalees eten.

Het grote voordeel van lopen zonder gids is dat je helemaal op je eigen tempo kunt lopen. Wil je even stoppen? Ga je gang. Heb je geen zin om verder te lopen? Ook dat kan, mits je bij een dorpje bent waar je kunt slapen. Wat ik hiermee wil zeggen, is dat hiken in de Himalaya voor iedereen weggelegd is. Je moet wel een beetje doorzettingsvermogen én een basisconditie hebben, maar met die combinatie kom je een heel eind. Ik weet nog dat we tijdens die eerste wandeling in 2012 op de terugweg omlaag allebei oortjes met muziek in hadden gedaan. Dalen na het stijgen is vaak nog inspannender voor je lijf dan klimmen, omdat je enorm moet focussen op waar je je voeten neerzet. Met behoorlijke spierpijn daalden we redelijk snel met muziek in de oren. Ik herinner me nu nog Marcus Mumford die in mijn oren zong “I can’t move the mountains for you’ in het liedje ‘Timshell’ en dat ik heel even dacht: “kon je dat maar!”. Ik had deze route, op en neer, alsnog voor geen goud willen missen. Wat een pracht om je heen. Hier zie je écht hoe krachtig de natuur is.

De ongerepte natuur van de Himalaya

Al met al weet ik eigenlijk niet wat ik het mooiste vond van die trekkingen door de Himalaya. Ieder stuk wandelen was weer totaal anders. De natuur is er zo ongerept dat je overal je ogen uitkijkt. Natuurlijk was het uitzicht op de besneeuwde toppen van de ‘vijf- of zesduizenders’ (bergen boven de 5000 of 6000 kilometer hoog) niet normaal. Ik had nog nooit ergens zoiets gezien en wist eerlijk gezegd alsnog niet wat ik zag. Onderweg wandel je langs veel groen en stenen; de basis van het Himalaya-gebergte is echt groener dan ik dacht. Op sommige stukken kom je veel andere wandelaars tegen, op andere stukken helemaal niemand. Het is exact op die stukken waar we ons zo verwonderd hebben. Hoe kan de natuur dit nou hebben gemaakt? Alleen daarom is het al aan te raden om minstens een keer een wandeling in de Himalaya te doen.

Wat ik ook zo mooi vond, is dat je met name in het begin van je route onderweg allerlei dorpjes kruist waar kinderen en dieren op de weg lopen. De tweede keer in 2017 was al een stuk meer toeristisch dan de eerste keer, waardoor je regelmatig een bedelend kindje aan je broek had hangen. Laat dat je zeker niet tegenhouden, want iedereen is vriendelijk en lief. En als je wat snoep of chocolade op zak hebt (want daar vragen ze naar) kan het toch echt geen kwaad om wat met die kindjes te delen. De ontmoetingen onderweg, de uitzichten, het warme welkom bij menig guesthouse, de dieren, de sneeuw. Ik kan volgens mij wel door blijven gaan met opsommen waarom je hier eens gewandeld moet hebben. Ik kan zelf in ieder geval niet wachten tot ik weer terug kan gaan. Het lijkt me supervet om een keer een wat hogere hike te doen, maar daar moet ik wel eerst m’n conditie wat beter voor op peil hebben. Voor nu: foto’s. Ik geniet weer net zo hard even mee.